Op 10 mei jongsleden vond er weer een tbs-verlengingszitting plaats bij de rechtbank Midden Nederland. Ter voorbereiding had ik samen met mijn advocaat drie weken eerder een gesprek met de officier van justitie. Tijdens dit gesprek vertelde de officier dat Pascal Jacob F. sinds december is overgeplaatst naar een andere tbs-kliniek en dat hij opnieuw buiten de tbs-kliniek woont en werkt. Ik was zo geschokt over dit nieuws dat de officier van justitie mij adviseerde om de rechtbank een brief te schrijven. Ik heb besloten om deze brief op mijn website te plaatsen. Ik doe dit omdat ik aandacht wil vragen voor een meer gelijkwaardige rechtspositie – inclusief gesubsidieerde juridische bijstand – voor slachtoffers en nabestaanden óók tijdens tbs-verlengingszittingen.
Haarlem, 8 mei 2023
Edelachtbare heer/vrouw,
Sinds mr. Schijns en ik twee weken geleden van de officier van justitie hoorden dat de moordenaar van mijn zus voor de tweede keer buiten de tbs-instelling woont en werkt, en dat hij in december bovendien is overgeplaatst naar een kliniek die niet 180 km maar slechts 65 km van mijn woonplaats is verwijderd, ben ik in shock.
Duizenden vragen en gedachten spoken door mijn hoofd en meerdere slapeloze nachten hebben zich weer afgespeeld.
Voor ik in ga op mijn verbijstering wil ik u eerst laten weten dat ik het volstrekt onlogisch vind dat deze brief die ik specifiek aan u richt, zal worden gedeeld met Pascal F. en zijn raadsman.
Ik ben uiteraard op de hoogte van het juridische beginsel ‘equality of arms.’ Dit betekent dat iedere brief die door een advocaat naar de rechtbank wordt gestuurd, naar alle proces partijen gaat zodat iedereen dezelfde informatie tot zich kan nemen. Er zijn echter twee duidelijke redenen waarom dit beginsel in mijn situatie onlogisch is.
Om te beginnen komt mijn verzoek tegemoet aan de wens van Pascal F. zelf. Tijdens het gesprek met de officier vertelde laatstgenoemde dat Pascal niet meer herinnerd wenst te worden aan het verleden. Om deze reden is hij ook zijn tweede naam Jacob, als roepnaam gaan gebruiken. In de stukken staat, zo begrepen mr. Schijns en ik, dat ‘de tbs-gestelde zich op zijn toekomst wil richten en dat hij niet meer aan het verleden herinnerd wenst te worden.’ Ik maak hieruit op dat Pascal weigert om kennis te nemen van alle geschreven of gesproken informatie welke betrekking heeft op de door hem gepleegde moord op Nadia. Hierom zie ik geen toegevoegde waarde om de inhoud van deze brief met hem te delen. Mijn verzoek komt, vermoed ik, volledig tegemoet aan de persoonlijke wens van de tbs-gestelde.
Het ‘equality of arms’-beginsel is voor mij als nabestaande tijdens de tbs-verlengingszittingen ook niet van toepassing. De rechters voor u hebben mijn moeder en mij tijdens de vijf voorgaande verlengingszittingen (de hoger beroepen niet meegerekend) meermaals duidelijk gemaakt dat wij geen rechtspositie hebben. Om deze reden hebben meerdere rechtbanken en hoven het bij herhaling niet nodig geacht om ons aan te spreken bij naam. Onze aanwezigheid wordt afgedaan met de woorden “de familie is aanwezig.” Tijdens een verlengingszitting draait het alleen nog maar om het belang van de tbs-gestelde. Daarom hebben wij als nabestaanden geen recht op gesubsidieerde rechtsbijstand –uitzonderingen zoals gecreëerd door het mediation verzoek daargelaten– hebben wij geen spreekrecht, krijgen wij geen inzage in de psychologische rapportages, in de adviesrapporten van de kliniek en van de externe deskundigen of in de uitkomsten van zorgconferenties.
Als gedupeerde nabestaande is het uitermate bevreemdend om mee te maken dat er tijdens alle tbs-verlengingszittingen nooit meer wordt gesproken over de intelligente, betrokken en bijzonder warme vrouw die mijn zus was. Nadia wordt als persoon gemarginaliseerd tot ‘het slachtoffer.’ De gruwelijke moord op Nadia, welke door deze rechtbank bij vonnis in 2004 een executie is genoemd onder toevoeging van de uitspraak dat ‘de moord op Nadia alleen’ voldoende was geweest voor levenslang, is nu gedegradeerd tot ‘het indexdelict.’ Dit is niet alleen pijnlijk het is ook verbijsterend.
Net zo verbijsterend is het om te merken dat zowel de opgeloste, als de onopgeloste feiten rond Nadia’s brute dood, niet meer worden aangehaald. Een van deze onopgeloste feiten is de verdwenen Uzi-pistoolmitrailleur waarmee Nadia meermaals van dichtbij door haar hoofd werd geschoten. De UZI is ondanks dat de recherche en de marechaussee zeer intensief gezocht hebben, nooit gevonden. Voor meer details over de (onopgeloste) feiten rond het opsporingsonderzoek, nodig ik u uit om deze aflevering van het tv-programma De Zaak van je Leven te bekijken. De bewuste aflevering over de moord op Nadia is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het OM en de recherche.
Het is mijn indruk dat vragen zoals: “Meneer F., waarom heeft u Nadia vermoord?” –de verklaring welke hij jaren later aan zijn behandelaren gaf, namelijk dat hij Nadia heeft gedood om haar ervan te weerhouden dat zij het huis is brand zou steken, is gelogen– of “wanneer bent u in het bezit gekomen van het wapen en waar is de UZI gebleven waarmee u haar heeft vermoord?” Niet meer aan Pascal worden gesteld. U als rechter stelt hem deze vragen niet meer. Of zijn behandelaren hem deze vragen nog stellen, betwijfel ik eveneens. Het wordt irrelevant geacht nu Pascal onder dwang ‘verpleegd’ wordt. Dat hij zich het wapen waarmee hij haar vermoordde nu weer kan toe-eigenen, is voor mij en vele met mij, een verontrustende gedachte.
Ondanks dat ik grote vraagtekens had over de oprechtheid van Pascals spijtbetuiging, besloot ik hem twee jaar geleden, na lang aarzelen, het voordeel van de twijfel te geven. Samen met mr. Schijns diende ik een ‘Mediation in Strafrechtverzoek’ in bij het OM en bij de rechtbank. Aanleiding hiervoor waren de woorden die Pascal in 2019 tijdens de zitting uitsprak: “Wanneer de familie daar behoefte aan heeft, ben ik bereid om met de nabestaanden in gesprek te gaan.” Ondanks talloze herinneringsmails aan het Mediationbureau, duurde het meer dan een jaar alvorens ik via zijn advocaat het volgende antwoord op mijn mediation verzoek ontving: “Pascal ziet op dit moment geen mogelijkheid om deel te nemen aan mediation, ‘gezien de fase van zijn behandeling.’ Hij sluit niet uit dat dit op een later moment verandert, zijn advocaat zal de mogelijkheid van mediation met hem blijven bespreken en het Mediationbureau informeren als er verandering komt.”
Ik heb Pascal een kans geboden om zijn spijt toe te lichten, maar hij weigerde om de handreiking die ik hem bood, aan te nemen. Het voelt voor mij dan ook volkomen onlogisch dat hij desondanks toch in de gelegenheid wordt gesteld om deze brief te lezen.
De steeds terugkerende pijn over Pascal zijn gedrag en de daarmee samenhangende voornoemde verbijstering, hebben alles te maken met het hoofdkenmerk van deze misdadiger, namelijk: weigering. ‘Weigeren’ is het gedrag dat Pascal telkens en uitermate bewust weer laat zien. “Stommetje spelen loont” was de kop van een column die Peter R. de Vries in juni 2005, schreef over het ontkennende gedrag van Pascal nadat het Hof van Arnhem de strafeis verlaagde van ‘levenslang’ naar 20 jaar en TBS met dwangverpleging.
Deze man heeft nooit uitleg of opheldering gegeven over de aanleiding voor de moord op mijn zus. Hij heeft nooit toegelicht hoe hij in bezit is gekomen van het moordwapen. Het duurde bovendien meer dan vijftien jaar voordat hij – schoorvoetend en alléén aan zijn behandelaren – erkende dat hij Nadia heeft gedood. Deze berekende man wist dondersgoed dat hij met een schuldbekentenis het verloop van zijn tbs-behandeling kon manipuleren.
Tijdens de laatste verlengingszitting werd duidelijk dat alhoewel Pascal toen al tien jaar met dwang werd ‘verpleegd,’ men nog steeds niet zeker wist welke diagnose of stoornis hij heeft. Pascal heeft net zoals hij tijdens de politieverhoren deed, jarenlang halsstarrig geweigerd om samen te werken met zijn tbs-behandelaren. Met zijn overplaatsing naar een andere tbs-kliniek is deze uiterst snel gekrenkte misdadiger die zich vanaf de middelbare schoolleeftijd al herhaaldelijk extreem agressief en gewelddadig heeft gedragen, wederom beloond voor zijn duurzame weigering om niet samen te willen werken met de professionals die bij hem betrokken zijn.
Terwijl ze hem nog nauwelijks kennen en zonder dat ze lijken te beseffen tot welke geweldsuitbarstingen deze man in staat is, hebben de behandelaren van de Oostvaarderskliniek hem bovendien een derde maal beloond: door hem toe te staan dat hij voor de tweede keer buiten de kliniek mag wonen en werken. Ik ben werkelijk met stomheid geslagen! De behandeling in de Rooyse Wissel was helemaal niet in een impasse terecht gekomen, zij is nooit van de grond gekomen. Omdat deze man ook na twaalf jaar dwangverpleging nog steeds weigert te erkennen dat hij een stoornis heeft waarvoor hij intensief behandeld moet worden.
Zijn zus omschreef haar broer in een aangifte ooit als “ontzettend agressief, hij kijkt neer op mensen. Alles wat vrouw is of mensen met een andere huidskleur, daar kijkt hij op neer. Hij is niet sociaal en probeert mensen te intimideren. Hij heeft totaal geen respect voor anderen of voor het gezag.” Mocht u twijfelen aan de juistheid van deze woorden, dan kunt u dit navragen bij de rechercheur die aanwezig zal zijn tijdens de zitting.
Het is een uiterst verontrustende gedachte die mij wakker houdt, wanneer ik denk aan het gegeven dat Pascal nu weer een relatie met een vrouw kan aangaan. Een relatie die door zijn behandelaren hoogstwaarschijnlijk toegejuicht zal worden: het hebben van een partnerrelatie wordt in tbs-kringen immers beschouwd als een ‘delict-reducerende factor.’ Maar u kunt van mij als zorgprofessional aannemen dat in Pascals situatie, het aangaan van een relatie met een vrouw levensgevaarlijk is. Voor haar, welteverstaan.
Nadia is door Pascal geëxecuteerd omdat hij het niet accepteerde dat zij als vrouw, hem nadrukkelijk aansprak op zijn verplichtingen. Durft u er werkelijk op te vertrouwen dat wanneer een vrouwelijke collega, buurvrouw of een toekomstige partner hem ferm aanspreekt op zijn verantwoordelijkheden, hij haar niets aan zal doen? Ik niet.
Zoals Saskia Wolters op 4 mei betoogde tijdens de presentatie van “What the F*ck” het boek dat zij schreef over het falen van instanties welke leidde tot de moord op haar broer Joost, kan uw beslissing als professional een (toekomstig) mensenleven redden of kosten.
Ik wens u veel wijsheid bij uw besluitvorming en ik dank u vriendelijk dat u de tijd heeft willen nemen om mijn brief tot u te nemen.
Hoogachtend,
drs. Lucinda van de Ven
PS: mocht u geïnteresseerd zijn om te lezen over de invloed van de moord op mijn zus op mijn carrière als revalidatiearts, dan nodig ik u uit om dit interview te lezen.
Terugkijkend op de tweede tbs-verlengingszitting waarbij ik ben bijgestaan door een slachtofferadvocaat, kan ik niet anders zeggen dan dat dit zeer waardevol is. Ik gun alle slachtoffers en nabestaanden van tbs-gestelden dat niet alleen de dader, maar óók wij in aanmerking komen voor gesubsidieerde juridische bijstand tijdens TBS-verlengingszittingen!
Ik ben Arlette Schijns van Beer advocaten bijzonder erkentelijk dat zij mij gedurende het ‘mediation in stafrecht’-verzoek, heeft bij gestaan. Doordat ik op basis van een eerdere ervaring – in mei 2019 liep Pascal F. zonder dat ik hierop was voorbereid op minder dan een meter afstand voor mij langs naar de zittingszaal – mijn wensen omtrent de gang van zaken bij het binnentreden van de zittingszaal en tijdens het wachten voorafgaand aan de zitting nu heel duidelijk had geformuleerd, is hier op zeer zorgvuldige wijze naar geacteerd door de officier van justitie, de slachtoffercoördinatoren en de bode. Dankzij hun handelen kon ik mij met aanzienlijk minder stress en angst verplaatsen binnen de rechtbank.
Ik vond het bijzonder om te merken dat de meervoudige rechtbank – welke net als de griffier en de officier van justitie, allen vrouw waren – mijn brief heeft gelezen en dat zij er aandacht aan besteden. De voorzitter van de rechtbank richtte direct nadat zij de zitting had geopend, het woord tot mij waarbij zij uitsprak dat de rechtbank zich bewust is dat het verdriet over de moord op Nadia nog steeds voortduurt in mijn leven en in het leven van mijn moeder. Ik werd met mijn naam aangesproken en ik kreeg uitgelegd dat er op dit moment nog geen wettelijk recht is om ook tijdens tbs-verleningszittingen je te mogen uitspreken als nabestaande/slachtoffer, en dat ik daarom niet ‘het woord’ mocht doen. Over het ontbreken van dit recht was ik natuurlijk op de hoogte.
Tijdens de zitting werd mij duidelijk dat ik ten onrechte had begrepen dat Pascal F. (Jacob voor insiders) voor de tweede keer buiten de tbs-kliniek woont. Sinds maart werkt hij bij het gemeentearchief van Almere en hij gaat steeds vaker op onbegeleid verlof. De kliniek is voornemens om hem met ingang van 1 juli over te plaatsen naar een RIBW woning buiten de kliniek. De officier van justitie heeft een verlenging van de tbs met dwangverpleging van twee jaar geëist. De hoofdbehandelaar van de Oostvaarderskliniek roemde ‘de nuchtere kijk die Pascal F. heeft op het leven’ en stelde zonder dit goed te kunnen onderbouwen, dat het recidive-risico matig zou zijn. Hij adviseert – net als Pascal F. zijn advocaat – een verlenging van één jaar.
Als medicus sta ik er volledig achter dat iedere psychiatrisch patiënt, ‘recht’ heeft op of verplicht wordt tot (gedwongen) behandeling. Naarmate ik meer inzage krijg in de ten uitvoerlegging van tbs met dwangverpleging, kan ik mij steeds minder aan de indruk onttrekken dat te weinig professionals uit de forensische psychiatrie het lef hebben om te willen erkennen dat er ook daders zijn die, als onderdeel van hun stoornis, duurzaam niet behandelbaar en niet veranderbaar zijn. Voor deze zeer gewelddadige criminelen zou op het moment dat duidelijk wordt dat de tbs-behandeling duurzaam (bijvoorbeeld na een termijn van 10 of 15 jaar) niet succesvol van de grond is gekomen of wanneer blijkt de behandeling geen (blijvend) effect heeft, mijn inziens eerder dan nu gebeurt naar een andere oplossing moeten worden gezocht – bijvoorbeeld overplaatsing naar een Long Stay-afdeling – waar het primaire behandeluitgangspunt niet meer is dat iemand terug kan keren in de maatschappij. De moord op Nadia door Pascal Jacob F. wordt door het behandelteam van de Oostvaarderskliniek als een eenmalig incident beschouwd wat veroorzaakt zou zijn doordat er in die tijd sprake was van een alcoholverslaving. Doordat de moord op Anton Bussing helaas niet bewezen is geacht door het Hof van Arnhem, erkennen de professionals met andere woorden niet dat het hier om een meervoudige moordenaar gaat. Pascal Jacob F. kijkt neer op vrouwen en hij duldt absoluut geen tegenspraak van een vrouw. Nadia heeft het met haar leven moeten bekopen dat zij hem aansprak op zijn verplichtingen als huurbaas. Dat deze dader tijdens zijn schoolloopbaan en tijdens zijn militaire uitzendingen al een gevaarlijke fascinatie had voor vuurwapens, is zijn behandelaren niet bekend. Dus deze feiten worden achterwege gelaten in zijn behandeling.
Ik vind het belangrijk dat er in het maatschappelijke debat vaker en realistischer dan nu het geval is, wordt stilgestaan bij de zin en onzin van het jarenlang doorgaan met het behandelen van niet leerbare tbs-gestelden. Waarom wordt er zoveel geld uitgegeven om óók extreem gewelddadige criminelen die duurzaam laten zien geen ziekte-inzicht te hebben, te ondersteunen bij hun – in sommige gevallen – meermaals mislukte pogingen tot resocialisatie? Iedere tbs-verlengingszitting legt een enorm beslag op zowel het openbaar ministerie als de rechterlijke macht. Beide instanties kampen met een groot personeelstekort, toch worden er nooit uitzonderingen gemaakt; verlengingszittingen gaan altijd door binnen de daarvoor gestelde termijnen. Wat betekent deze dit voor slachtoffers en nabestaanden en is dit maatschappelijk voldoende te rechtvaardigden wanneer je de geldstromen die uitgegeven worden aan de resocialisatie van tbs-gestelden afzet tegen het ontbreken van een goed geoutilleerd nazorgnetwerk voor slachtoffers en nabestaanden?
Het is mijn wens en missie om een landelijk ‘Expertisecentrum Dodelijk Geweld’ op te richten. Dat dit nodig is, merk ik steeds duidelijker tijdens de gesprekken die ik heb met andere nabestaanden van dodelijk geweld. Kort of lang geleden een moord meemaken blijft je levenslang achtervolgen en deze gevolgen kunnen je ook jaren later (opnieuw) onderuit halen.
Op 24 mei 2023 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitgesproken de tbs-behandeling van Nadia’s moordenaar met één jaar te verlengen. In mijn ogen is dit een onverantwoordelijk risicovolle beslissing. Gelukkig heeft het Openbaar Ministerie beroep aangetekend tegen deze beslissing. Het verlies van een dierbare door moord, is een van de gruwelijkste dingen die je mee kunt maken. Om deze reden zegt mijn moeder in ‘OverLeven‘ ook “Ik gun dit niemand!” Ik hoop oprecht door mijn zorgen over dit vonnis uit te spreken, dat het bewustzijn over de risico’s die gepaard gaan met het te snel te veel vrijheden bieden aan ongemotiveerde en manipulerende tbs-gestelden, scherp onder de aandacht blijft bij alle betrokken zorgprofessionals. Zowel vanuit de rechterlijke macht als vanuit de forensisch psychiatrische gezondheidszorg.
Lees ook de column die ik in mei 2021 schreef over ‘Het verloop van de tbs-behandeling van Nadia’s moordenaar.’